Het is twee minuten voor acht. Meneer Hogeboom heeft zijn trompet tussen zijn handen geklemd en de bladmuziek staat paraat. Een grote vlag naast hem hangt halfstok, lichtelijk bespeeld door een zachte avondbries. Tegenover hem staan medebewoners op alle verdiepingen van het Hoge Huis verwachtingsvol voor de deuren van hun woning.
Thuis herdenken
Hogeboom volgt een landelijke oproep nu er geen herdenkingen plaatsvinden met publiek: heb je een trompet, speel dan de taptoe voor huis. En aan die oproep is veelvuldig voldaan.
Saluut van veteraan
Precies op tijd klinken dan de eerste tonen uit zijn instrument: de herdenkingsklanken schallen door het Zwolse Stadshagen. Verderop, gedempt, klinkt nog een andere trompet. Een veteraan met baret brengt gepast een saluut. De avondzon schittert op de trompet waarvan de laatste tonen door de wind worden weggedragen in absolute stilte, twee minuten lang.
Wilhelmus
Na twee minuten stilte klinkt er het Wilhelmus. “Die speel ik twee octaven lager”, vertelt Hogenboom zich verontschuldigend vooraf. “Anders is het voor deze trompet te hoog”. De bewoners van het Hoge Huis en enkele wijkgenoten die op gepaste afstand de herdenking bijwonen zingen mee. Daarna klinkt er een gepast applaus voor de trompettist.
Hoe indrukwekkend de herdenking op televisie ook is, op kleine schaal en met anderhalve meter afstand verliest de herdenking niet aan kracht.