Het Nationaal Landschap IJsseldelta gaat één miljoen euro besteden aan onder meer het verbeteren van de kwaliteit in het landelijke gebied buiten Stadshagen. Het geld wordt gebruikt voor verschillende projecten, zoals de omvorming van normale landbouw naar biologische landbouw. Ook moet er meer natuur ontwikkelt worden als compensatie voor de massale bouw in Stadshagen. Verder wordt er gekeken naar hoe de tamelijk harde overgang tussen stad en platteland kan worden ingericht.
Beleving van de omgeving
Het Nationaal Landschap IJsseldelta bestaat uit de gemeentes Zwolle, Kampen en Zwartewaterland, de provincie Overijssel en het waterschap. Samen investeren zij een flinke hoeveelheid geld om de ruimtelijke kwaliteit een duw in de rug te geven. Daarbij wordt ook gekeken naar de overgang van het stedelijke Stadshagen naar de landelijke polder Mastenbroek. “Hierbij staat de vraag centraal: hoe beleeft de stad het platteland en hoe beleeft het platteland de stad,” aldus gedeputeerde Theo Rietkerk van de Provincie Overijssel.
Harde stadsovergang
Nu is de overgang van de stad naar het omliggende gebied keihard: de rand van Stadshagen is bebouwing, direct overlopend in kilometers lang weids uitzicht. Voor degene die aan de rand van Stadshagen woont is dat prachtig, maar vanaf het platteland gezien bestaat de Stadshagense horizon uit een muur van beton.
Er wordt ook gekeken naar het aanleggen van een wandelrondje bij Westenholte, het maken van natuurvriendelijke oevers en er komt ook een uitkijkpunt op de westoever van het Zwartewater vlakbij de Vecht.